Sif Group is een van slechts drie partijen die de grote funderingen voor windmolens op zee leveren. Getuige Sif-topman Jan Bruggenthijs gaan de spelers in de markt bij capaciteitstekorten vriendschappelijk met elkaar om. Of dat ook zo is bij een capaciteitsoverschot zal komende tijd blijken.
In een interview met Effect schetste Bruggenthijs vorig jaar een beeld van een markt waarin geen munt wordt geslagen uit capaciteitstekorten. Komt een concurrent een paar palen te kort? Sif gooit geen premie op zijn marge om die te produceren.
“Wij krijgen ook wel de vraag of we met de enorme productiekrapte die er is niet 10 of 20 procent op de marge kunnen gooien, maar dat moeten we gewoon niet doen. Uiteindelijk is dat de dood in de pot voor de windindustrie op zee”, aldus Bruggenthijs.
En als maar één producent een project kan doen omdat de anderen vol zitten? Klanten wordt geen extra vergoeding gevraagd. “Die kan dan zeggen ‘ik ben de enige, ik vraag een gigantische marge’. Maar dat kan maar één keer, want de volgende keer komt de klant niet meer terug.”
Of deze omgangsvormen ook gelden in een situatie van overcapaciteit, zal komende tijd blijken. De al jaren snelgroeiende markt voor windmolens op zee gaat namelijk een moeilijk 2018 tegemoet.
Voor dat jaar voorspelt Sif een daling van de vraag naar monopalen met bijna 20 procent. Het verschuiven van de planning voor het aansluiten van windmolens op het stroomnet op het land in Frankrijk en Nederland is hier mede debet aan.
Tegelijkertijd komt er nieuwe productiecapaciteit beschikbaar. Sif breidt op dit moment zijn capaciteit uit met een nieuwe faciliteit op de Tweede Maasvlakte. Daarnaast vergroot ook concurrent EEW de capaciteit aanzienlijk.
Per saldo ontstaat hierdoor in 2018 een capaciteitsoverschot in de markt van circa een derde. Dit is nu al te zien in het orderboek van Sif waarin voor 2018 nog maar 98 kiloton staal aan productie is ingeboekt. Dat is nog geen derde van de productiecapaciteit van 300 kiloton per jaar.
In een call met analisten maakte Bruggenthijs duidelijk dat het verder vullen van het orderboek voor 2018 nog een hele kluif zal worden. Hij sprak van een ‘gevecht’ om projecten voor de tweede jaarhelft.
Maar wordt dit een straatgevecht of een schijngevecht? Als spelers bij net als bij overbezetting ook bij onderbezetting vriendschappelijk met elkaar om blijven gaan, ligt het laatste voor de hand.
Een maatstaf om dit in de gaten te houden is de netto omzet (contributie) per kiloton geproduceerd staal. Deze lag in 2016 op 678 euro, ongeveer gelijk aan 2015. Voor 2017 wordt hetzelfde verwacht.
Als dit niveau in 2018 op peil blijft, is dit inderdaad een markt waarin enkele spelers met een beperkt aantal klanten elkaar in moeilijke tijden een beetje uit de wind kunnen houden. Dat de koers van het aandeel Sif onder druk stond na bekend worden van de jaarcijfers is een teken dat beleggers daar niet gerust op zijn.